Schepen zijn de meest efficiënte manier om goederen te vervoeren ter wereld, omdat ze per vrachteenheid minder energie verbruiken dan weg-, lucht- en spoorvervoer. Scheepvaart is echter nog steeds verantwoordelijk voor 2,7% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, een percentage dat alleen maar zal toenemen als er geen acties worden ondernomen om dit te verminderen. Het NWO-NWA project PATH2ZERO richt zich op het deelgebied van de binnenvaart en heeft als doel een digitale twin te ontwikkelen om de binnenvaartsector te helpen de broeikasgasemissie-intensiteit terug te brengen naar nul in 2050. In dit interview licht assistent professor Alex Kirichek van de TU Delft de plannen toe.
Alex, wat is jouw functie aan de TU Delft?
“Ik ben universitair hoofddocent Havens en Waterwegen bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen en werk nauw samen met professor Mark van Koningsveld.Mijn onderzoek richt zich op verschillende havengerelateerde onderwerpen zoals onderhoud, infrastructuur, nautische veiligheid, duurzaamheid en digitalisering.Ik ben gepassioneerd over het overbruggen van fundamenteel en toegepast onderzoek naar maatschappelijke en industriële uitdagingen zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie en veerkrachtige infrastructuur. PATH2ZERO is een uitstekend voorbeeld van maatschappelijke projecten. Het heeft een solide consortium van meer dan dertig partners, waaronder de academische wereld, de industrie, onderzoeksinstituten en overheidsorganisaties.”
Kun je iets meer vertellen over PATH2ZERO?
“PATH2ZERO staat voor PAving THe way towards Zero-Emission and RObust inland shipping. Een van de hoofddoelen van dit NWO-NWA project is het ontwikkelen van een digitaal tweelingmodel van het vaarwegennetwerk voor het testen van de efficiëntie van nieuw ontwikkelde oplossingen voor het verminderen van broeikasgasemissies van de binnenvaart.Door te focussen op de gouden driehoek van individuele schepen, logistieke ketens en brandstofinfrastructuur, stellen we alle partijen in de sector in staat om de impact van mogelijke interventies grondig af te wegen.Je kunt denken aan het implementeren van nieuwe technologieën in individuele schepen, zoals het overschakelen op een waterstofmotor of het bouwen van nieuwe bunkerstations, tot het wijzigen van de beleidsmaatregelen voor een hele scheepvaartcorridor. Op dit moment stemmen we alle partners op elkaar af en maken we de documenten klaar voor de officiële start begin 2023. Dan hebben we zes jaar de tijd om een stap voorwaarts te zetten op weg naar zero-emissie scheepvaart in 2050.”
Waarom hebben we een digital twin nodig om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?
“In de binnenvaart is alles met elkaar verbonden. Als we bijvoorbeeld één schip in de vloot ombouwen naar waterstofbrandstof, moeten we nieuwe bunkerstations bouwen die deze nieuwe energievorm leveren. Op die manier duiken we in een hele nieuwe markt met bijbehorende werkmogelijkheden, overheidsbeleid en vergunningen.We moeten deze nieuw ontwikkelde bunkerstations ook combineren met andere oplossingen, zoals het verkorten van wachttijden bij sluizen en bruggen en het optimaliseren van het laden/lossen van schepen.Bedrijven die binnen de sector werken moeten zich aanpassen aan nieuw beleid en nieuwe bedrijfsmodellen accepteren. Je kunt je inmiddels wel voorstellen dat het van vitaal belang is om de gevolgen van onze innovaties voor de hele keten door te rekenen, voordat we tot actie overgaan.”
Wat is jullie uiteindelijke doel?
“Ons uiteindelijke doel is dat de binnenvaartsector in 2050 emissievrij is. Om dat te bereiken, moeten we de efficiëntie testen van kortetermijnoplossingen die nu al een enorm verschil kunnen maken. Als we er bijvoorbeeld in zouden slagen om de uitstoot van de binnenvaart in één jaar met 5-10% te verminderen, zou dat al heel wat zijn. Hoe we de sector gaan veranderen, hangt af van de doorbraken die we kunnen bereiken.Ik leg dit meestal uit aan de hand van het voorbeeld van de kaars.Toen het licht van de kaars niet meer verbeterd kon worden, zijn we overgestapt op alternatieve energieproducten, zoals een benzinelamp. Op dit moment bevinden we ons in een vergelijkbare situatie: fossiele brandstoffen kunnen ons niet verder helpen. We moeten met compleet nieuwe manieren komen, zoals waterstof, ammoniak, groene energiebronnen of iets totaal anders.”
Hoe gaat PATH2ZERO helpen om deze nieuwe manieren te vinden?
“Eigenlijk denk ik dat het heel erg gaat helpen. De binnenvaartsector is lange tijd niet happig geweest om te veranderen, omdat schepen een lange levensduur hebben en de sector erg concurrerend is. Op dit moment hebben we echter meer dan 150 maritieme onderzoeksinitiatieven in de EU geteld die gericht zijn op emissies. Als we al deze kennis kunnen samenbrengen met behulp van de subsidie die we van NWO-NWA hebben gekregen, kunnen we echt een verschil maken. Bovendien hebben we al een aantal belangrijke partijen aan ons weten te binden, zoals Rijkswaterstaat en de haven van Rotterdam, de haven van Amsterdam en North Sea Ports, maar ook private partijen zoals scheepsbouw-, transport- en logistieke bedrijven.Door samen te werken in meerdere werkgroepen selecteren we een aantal potentiële maatregelen, testen we hun efficiëntie in de digitale twin en passen we de resultaten aan voor het maken van nieuw beleid en het ontwikkelen van nieuwe business modellen.De rol van beleidsmakers en overheidsorganisaties is om de bevindingen van PATH2ZERO aan te passen en deze nieuwe soorten oplossingen tijdens het project en na afloop van het project te implementeren.”
Wat zie je als de grootste uitdaging?
“Ik denk dat het geweldig zou zijn als de acceptatie en acceptatie van innovaties sneller zou gaan. Het is echt belangrijk om de belanghebbenden mee te slepen, zodat ze de voordelen van verandering begrijpen als het moment daar is. Ik denk dat DigiShape al helpt bij het maken van deze verschuiving door samenwerking tussen bedrijven te stimuleren. Het creëert een omgeving waarin het delen van gegevens en het vermenigvuldigen van kennis vanzelfsprekender wordt. DigiShape is zeker een van de belangrijkste partners en we zijn van plan om nauw samen te werken aan het verspreiden van de kennis die we in dit project bereiken.”
Meer informatie
Neem contact op met Alex Kirichek.